Veertien meter hoog
Wie door de kas in Someren loopt, ziet meteen dat de planten waar de kleine snoeptomaatjes aan groeien allesbehalve klein zijn. Jos: “De planten groeien zo’n vijftien tot dertig centimeter per week en kunnen wel veertien meter hoog worden. Elke week kunnen we een nieuw trosje oogsten. Dat doen we met de hand.” De tomatenplanten groeien in organische kokosmatten. “Dit is een restproduct van kokosmelk uit Sri Lanka”, zegt Jos. “Het houdt voedingsstoffen goed vast en daarmee maakt het de plant weerbaarder tegen ziektes.”
Hommels en wespen
In de kas is het een aangename 20 graden. Jos: “De milde temperaturen maken Nederland een geweldig tomatenland. Het is niet te koud en niet te warm. Wanneer nodig, sturen we de temperatuur in de kas bij.” Tussen de snoeptomaatjes hoor je ook heel wat gezoem. “Sluipwespen helpen ons om schadelijke beestjes te bestrijden. Heel fijn, want op deze manier hoeven we nauwelijks bestrijdingsmiddelen te gebruiken.” Ook hommels helpen een handje in de kas: “Ze vliegen van plant naar plant om deze te bevruchten. Als zij hun werk hebben gedaan, duurt het nog zo’n zeven weken voordat we kunnen oogsten.”
Lege flessen
Na de oogst worden de tomaten meteen naar een verpakkingslocatie vervoerd. Daar worden ze door speciale machine verpakt in bekers en emmertjes. Jos: “Die zijn allemaal gemaakt van gerecyclede petflessen. Dus de lege frisdrankflessen die jij bij Jumbo inlevert, kunnen zomaar eens gebruikt worden voor onze verpakkingen die jij op je aanrecht of op kantoor hebt staan.”