In de categorie mousserende wijnen vind je drie soorten, namelijk cava, prosecco en champagne. Alledrie deze wijnen zijn er in zowel een droge als zoete variant en alles daartussenin. Hoe de wijn smaakt en in welke categorie de wijn thuis hoort, heeft te maken met de gekozen gisting methode. In de eerste gisting van deze drie wijnen wordt er stille wijn gemaakt (zonder bubbels), daarna vindt er een tweede gisting plaats. In de tweede gisting wordt er suiker en gist toegevoegd aan de wijn. De gist zet suiker om in alcohol en koolzuur en dat zorgt voor bubbels. Het verschil tussen cava, prosecco en champagne ontstaat hier. Bij champagne en cava gebeurt de tweede gisting in de fles en bij prosecco in roestvrijstalen tanks. Doordat de gisting bij champagne en cava in de fles gebeurt, ontstaat er veel meer druk op de fles en dat is ook de reden dat deze wijnen altijd in een fles met een kurk komen.
Mousserende wijnen zijn heerlijk als aperitief en als begeleiding bij rauwe vis, zoals oesters, sushi en sashimi, maar het is ook heerlijk bij schaaldieren en zoete smaken, zoals aardbeien.