Paul vertelt: “Nederland is een ideaal teeltland voor prei. Niet te koud in de winter, waardoor we de prei jaarrond buiten kunnen telen. Het begint met het planten van de prei van maart tot en met augustus. De prei die we als laatste planten, ‘overwintert’ zelfs tot het voorjaar. Mocht het heel koud worden, dan dekken we de prei met doek af. Rond juni halen we de nieuwe oogst van het land en tot aan de lente blijven we prei oogsten.” In de lente, als de temperatuur oploopt, wil de prei zich voortplanten en bloeit dan uit tot een kleurrijke bloem. Erg mooi om te zien, maar niet geliefd bij de consument. “Daarom halen we alle prei van het land om dit groeiproces stil te leggen”, legt Paul uit. “De geoogste prei slaan we op in koelcellen en gebruiken we enkele weken om de nieuwe oogst te kunnen overbruggen.”