Bloemkool van de broers Manus en Teun

De broers Manus en Teun zijn in het zonnetje aan het werk op een van hun velden in Andijk, op steenworp afstand van het IJsselmeer. “Vroeger gingen we als kinderen al mee het land op met onze vader”, zegt Manus, die het bedrijf samen met zijn broer overnam van zijn vader en opa, als derde generatie teler. Dat zij het bedrijf zouden overnemen, daar werd eigenlijk nooit over getwijfeld. “We vonden het vroeger zó leuk en spannend om mee te gaan. En ik vind het nu nog net zo mooi als vroeger. Buiten werken met de uitdagingen en kansen van het weer, dat vind ik prachtig.”

Manus vertelt vol trots over hun bedrijf, terwijl Teun zich weer bekommert om de bloemkolen. Want bloemkolen wachten op niemand. “Nu is het echt bloemkooltijd. Daarom zijn we in deze periode de hele dag in de weer met controleren en oogsten, en dat meerdere keren per dag”, zegt Manus. Wie over de uitgestrekte velden van de broers kijkt, ziet ogenschijnlijk een meervoud van een en dezelfde bloemkool. Maar schijn bedriegt: “Omdat er niets zo veranderlijk is als het Hollandse weer, werken we in één seizoen met wel zestig verschillende bloemkoolrassen. Sommige doen het goed tijdens natte zomers, andere houden juist wat meer van droogte.”

De verschillende bloemkoolrassen zorgen ervoor dat de broers Laan altijd bloemkolen van topkwaliteit kunnen oogsten. Maar het brengt ook uitdagingen met zich mee, zegt Manus: “Het ene ras kun je na zestig dagen al oogsten, het andere pas na ruim tweehonderd. Daarom hebben ze constant aandacht nodig.” Het oogsten gebeurt met een oogstmachine met een lopende band aan de zijkant. De bloemkolen worden met de hand gesneden en op de lopende band gelegd, die de kool voorzichtig naar een kist transporteert. Manus: “Nadat ze zijn gecontroleerd, zitten de bloemkolen binnen een dag in een vrachtwagen naar het distributiecentrum van Jumbo.”