Stoofvlees noemen ze ook wel suddervlees of draadjesvlees. Dit is vlees dat op laag vuur gedurende een hele lange tijd gegaard moet worden om het mals te maken. Ook wel stoven. Als je vlees lekker staat te pruttelen worden stoffen als collageen en elastine afgebroken die het vlees stug houden. Wat je overhoudt? Lekker mals vlees dat uit elkaar valt. De perfecte basis voor stoofvlees zijn riblappen, runderlappen of sukadelappen. Kies niet voor te mager vlees, want een beetje vet geeft juist smaak en dan wordt het ook een mals stoofpotje.
In ieder land worden stoofgerechten gemaakt met eigen kenmerken en smaken. Ken jij het Franse gerecht ‘Boeuf Bourguignon’, een stoofpot waarbij het rundvlees wordt gestoofd in rode Bourgogne-wijn? Of heb je de typisch Hongaarse goulash al eens geproefd? Of wat dacht je van een verrukkelijke Indonesische Rendang? Typisch Nederlands is natuurlijk de hachee. Wist je dat je ook kip en vis kunt stoven?
Hachee is stoofvlees, maar stoofvlees is niet altijd hachee. De naam hachee komt van het Franse woord ‘hacher’, dat hakken betekent. Oorspronkelijk is het een gerecht dat werd gemaakt van in stukjes gehakt vlees dat over was van een eerdere maaltijd. Het kan uit verschillende vleessoorten bestaan, maar wij kennen het vooral gemaakt van rundvlees. Drie andere ingrediënten die ook onontbeerlijk zijn voor een Hollandse hachee zijn uien, laurierblad en kruidnagels.